Voor de deelprojecten gericht op de bestudering van (a) organisatorische, (b) socio-technische en (c) maatschappelijk-politieke dimensies van morele verwonding hebben de projectonderzoekers uitgebreide literatuurstudie verricht. Daarnaast hebben ze expertinterviews gehouden met onderzoekers, vakdeskundigen, geestelijk verzorgers, psychologen, gezondheidsprogrammaleiders, beleidsmakers, commandanten en militairen en politiepersoneel met traumagerelateerde problematiek. De projectonderzoekers verrichten momenteel uitgebreid veldwerk (interviews en participerende observaties) onder respectievelijk verschillende brigades van de Koninklijke Marechaussee en (voormalig) politiemensen (deelproject a), een militaire eenheid gericht op robotica en autonome systemen (deelproject b), en betrokkenen bij theaterstukken door veteranen en overlevers uit uitzendgebieden, terugkeerreizen naar uitzendgebieden en rechtszaken tegen de eigen organisatie of de staat (deelproject c).
Voor het deelproject gericht op (d) interventieontwikkeling is eind 2022 een postdoconderzoeker geworven die actieonderzoek verricht voor de ontwikkeling van een of meer contextgerichte interventies voor (voormalig) militairen en politiepersoneel. De actieonderzoeker is momenteel bezig met het in kaart brengen van bestaande en mogelijke interventies, en opzetten van samenwerkingen voor de interventieontwikkeling. In deze verkenning spelen zowel de bevindingen die zijn opgedaan in deelprojecten a, b en c een belangrijke rol, als verdere dialoog specifiek gericht op interventies met vakdeskundigen, geestelijk verzorgers, psychologen, gezondheidsprogrammaleiders, beleidsmakers, commandanten en militairen en politiepersoneel met traumagerelateerde problematiek. Het fundamentele uitgangspunt is dat interventies worden ontwikkeld waarmee op contextniveau wordt bijgedragen aan een verantwoordelijke preventieve aanpak van morele verwonding.
Voorlopige bevindingen zijn op verschillende wetenschappelijke en populaire fora verspreid, onder meer via peer-reviewed artikelen. Deze bevindingen omvatten ook literatuurstudie, theoretische inkadering en methodologische beschouwingen.
- We schreven als eerst een beginpaper met een systematische literatuurstudie en onderzoeksagenda gericht op contextuele factoren in morele verwonding (klik hier).
- Vervolgens brachten we in kaart hoe verschillende gezondheidsprofessionals (zoals psychologen, geestelijk verzorgers en maatschappelijk werkers) momenteel aankijken tegen het begrip ‘moral injury’. We onderzochten waar hun benaderingen onderling afwijken en elkaar – kunnen – aanvullen (klik hier).
- Tegelijkertijd zagen we dat de groeiende populariteit van het begrip ‘moral injury’ ook ongewenste effecten kan hebben, waarbij goedbedoelde initiatieven averechts uitpakken. Daarover schreven we een stuk met een reeks waarschuwingen tegen onder meer de romantisering van morele verwonding (klik hier).
- In een methodologisch essay reflecteerden we op de morele emoties die onderzoek naar morele verwonding bij onderzoekers zelf kan oproepen. We verkenden daarbij de vraag: Hoe moeten onderzoekers die morele emoties interpreteren en ertussen navigeren? (klik hier).
- Momenteel zijn twee eerste artikelen met onderzoeksbevindingen in de laatste fase voor publicatie. Het eerste gaat over desillusie bij militairen die hoge verwachtingen van technologieën als drones hebben, maar in de praktijk teleurgesteld worden en zoekend zijn naar hun rol in moderne oorlogsvoering. Het tweede artikel gaat over hoe marechaussee-ambtenaren van de Brigade Vreemdelingenzaken de morele dimensies van hun werk ervaren.
We verspreiden onze bevindingen ook via: