In De Psycholoog is een interview met projectleider Tine Molendijk verschenen over PTSS en morele verwonding bij de politie en krijgsmacht. Ook politieman Dick Kleijn en prof. dr. Eric Vermetten komen aan het woord, als ervaringsdeskundige en psychiater gespecialiseerd in trauma, respectievelijk.
Een citaat uit het artikel:
“Want wie getraumatiseerd is, wordt nooit meer de oude. ‘Dat hoeft ook niet,’ stelt Molendijk. ‘Je bent immers veteraan. Daarom zijn oude krijgersrituelen zo interessant, die laten zien dat je veranderd bent. Daar kan ook eer in zitten. Zoiets zie je bij militairen en het zou mooi zijn als dat voor politiemensen ook gaat gelden. Als we spreken van een veteraan, dan erken je de wonden die hopelijk littekens worden. En de wijsheid die erin kan zitten. Het is belangrijk ook politiemensen een alternatief te bieden. Dus geen voormalig politieagent – of erger: afgeschreven agent – maar politieveteraan.’”
Klik hier voor het artikel in editie mei 2023 van De Psycholoog.
Author: Project Moral Injury
Publicatie ‘Moral coping or simply uncomplicated soldiering?’
Een aanzienlijk aantal militairen loopt morele verwondingen op, maar nog veel meer doen dat niet. Daarom is het belangrijk om de vraag te onderzoeken: hoe gaan militairen in het algemeen om met morele uitdagingen in hun werk? In dit artikel analyseert Tine Molendijk interviews met 80 (voormalige) militairen. Op basis hiervan onderzoekt zij hoe zij hun beroep zagen en welke copingstrategieën zij geneigd waren te gebruiken bij morele uitdagingen.
De bevindingen laten zien dat deze militairen over het algemeen niet zoveel morele spanning ervoeren als een buitenstaander misschien zou verwachten. Vaak spraken zij met veel plezier over hun uitzendingen, inclusief vuurcontact bijvoorbeeld, zonder enige behoefte zich te verantwoorden. Het is belangrijk dit soort uitspraken niet te snel te interpreteren als ‘ontkenning’ of ‘moral disengagement’. Als de geïnterviewde militairen wel morele spanningen ervoeren, gebruikten ze strategieën van vereenvoudiging, rechtvaardiging en rationalisatie, waaronder
– (zeer) bescheiden ‘goed doen’ (‘als ik maar voor een glimlach op het gezicht van één kind heb gezorgd’),
– regels en instructies (‘leuk, idealen, maar ik heb mijn taakstelling’),
– reciprociteit (‘het is hij of ik/zij of wij’),
– distantiëring en afstomping (‘je moet ook een beetje een schild om jezelf heen bouwen’ tot ‘je raakt soms gewoon onverschillig’), en
– compartimentalisatie (‘het is ook maar een baan, ik ben ook gewoon burger’; ‘het is een kwestie van mindsets switchen’).
Dit Engelstalige artikel is gepubliceerd in Armed Forces & Society. Klik hier voor het artikel.
Publicatie ‘Het begint met de waarheid’
Hoe bouw je aan verzoening wanneer gemeenschappen uiteengereten zijn door geweld? In een situatie van onderlinge haat en gepolariseerde tegenstellingen? Dit zijn belangrijke vragen die vaak spelen bij morele verwonding. Immers, morele verwonding gaat om beschadigde morele en sociale relaties, om gevoelens van verraad, slachtofferschap en daderschap, en om bijbehorende verscheurende emoties van haat en schuld.
In dit essay getiteld ‘Het begint met de waarheid’ reflecteert projectonderzoeker dr. Jeannine Suurmond op deze vragen. Ze vraagt zich af: als vrede wordt vernietigd door geweld of oorlog, kunnen de scherven dan worden gelijmd?
Jeannine Suurmond, conflict- en vredeswetenschapper en psycholoog, doet actie-onderzoek naar contextuele interventies gericht op moral injury. Als onderzoeker, docent en practitioner heeft ze 20 jaar ervaring, waaronder als adviseur voor de Nepalese regering over conflictpreventie en waarheid en verzoening. Haar eerdere en huidige werkervaring en inzichten vormden de basis voor dit essay, gepubliceerd in Open Deur.
Klik op onderstaande afbeelding voor het essay. Klik hier voor het hele magazine.
Publicatie ‘When the personal is academic: Thoughts on navigating emotions in research on moral injury’
Onderzoek naar morele verwonding kan morele emoties oproepen. Hoe moeten onderzoekers die emoties interpreteren en ertussen navigeren? In dit essay reflecteren projectonderzoekers Naomi Gilhuis (eerste auteur) en Tine Molendijk op hun ervaringen als onderzoekers naar morele verwonding onder Nederlandse veteranen en oud-politiemensen.
Verhalen van morele verwonding laten zich meestal niet vangen in een eenduidige slachtoffer-of-dader-categorisering. Ze zijn juist ambivalent. Deze ambivalentie is ook expliciet onderdeel van het begrip ‘moral injury’. Het betekent echter dat onderzoekers geconfronteerd worden met gecompliceerde psychologische, ethische en methodologische uitdagingen. Gilhuis en Molendijk verkennen deze uitdagingen door een beschouwing van twee empirische cases die de specifieke morele uitdagingen aantonen die naar voren kunnen komen in onderzoek naar morele verwondingen. Puttend uit literatuur over kwalitatief onderzoek en emoties distilleren ze verschillende perspectieven op de rol van morele emoties in onderzoek.
Naomi Gilhuis doet onderzoek naar maatschappelijk-politieke dimensies van moral injury. Haar onderzoek en inzichten vormden de basis voor dit Engelstalige artikel, gepubliceerd in Qualitative Research in Organizations and Management.
Klik hier voor het artikel.
Nederlandse vertaling van Moral injury-vragenlijsten
ARQ Centrum ’45, tevens consortiumpartner in dit project, heeft Engelstalige vragenlijsten voor morele verwonding vertaald naar het Nederlands. De betrouwbaarheid en validiteit van de Engelstalige versie is uitstekend gebleken. Die van de Nederlandse versie zal worden onderzocht binnen een onderzoek naar moral injury onder hulpzoekende veteranen,
dat wordt uitgevoerd door ARQ Centrum’45 in samenwerking met andere partners. Klik hier voor de pagina met factsheets over de vragenlijsten en de vragenlijsten zelf (naar beneden scrollen).
Column over rituelen
Projectleider Tine Molendijk schreef op verzoek een column voor veteranenblad Checkpoint over rituelen. Zogeheten purificatierituelen – waarin de veteraan wordt gereinigd van daden van mogelijke gewetenswroeging – bestonden vroeger in Europa, en nog altijd in bijvoorbeeld Mozambique.
Binnen dit onderzoekproject doet Naomi Gilhuis onderzoek naar hedendaagse rituele activiteiten door veteranen. Binnenkort verschijnt een eerste publicatie over haar onderzoek.
Checkpoint wordt uitgegeven door het Nederlands Veteraneninstituut, consortiumpartner in dit project.
Klik op de figuur hieronder om de column te lezen. Klik hier voor de hele editie van Checkpoint.
Radioaflevering De Publieke Tribune: Coen Verbraak over morele verwonding
In een speciale aflevering van De Publieke Tribune spreekt Coen Verbraak met een behandelaar & onderzoeker en drie ervaringsdeskundigen over morele verwonding.
De aflevering start met een heldere inleiding over moral injury door Jackie June ter Heide , klinisch psycholoog en projectadviseur van dit project. Aan het eind van de aflevering vertelt ze bovendien wat gedaan kan worden bij morele verwonding (o.a. ethische psychoeducatie, traumatherapie, vergeving).
Erna vertelt veteraan Erik Krikke over zijn ervaringen in 2007 als operatieassistent chirurgie in Afghanistan. Hij werd van hulpverlener zelf slachtoffer van PTSS en moral injury. Zijn ervaringen veranderden zijn mensbeeld: ‘Ik weet nu wat mensen elkaar aan kunnen doen’, vertelt hij.
Vervolgens spreekt Verbraak met Jules Pieters, voormalig humanitair hulpverlener. Hij gaf leiding aan diverse noodhulpoperaties in onder meer Irak, Rwanda, Somalië en Bosnië. Op een dag knapte er bij hem iets. Maar het is moeilijk om erover te vertellen. Hij zegt hierover: ‘Heel vaak willen mensen het niet horen, ze vinden het eng’.
Dan komt Bas Brans aan het woord, kapitein op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Hij nam als commandant deel aan een missie in Mali, waar hij traumatiserende morele dilemma’s meemaakte. Hij heeft zijn ervaring omgezet in de ontwikkeling van een realistische dilemmatraining voor de KMA, waarin ook projectleider Tine Molendijk betrokken was en is.
Klik hier voor de aflevering.
OVERZICHT PROJECTVOORTGANG – 2023
De projectonderzoekers gericht op (a) organisatorische, (b) socio-technische en (c) maatschappelijk-politieke dimensies van morele verwonding hebben uitgebreid veldwerk verricht, waaronder interviews en participerende observatie, onder respectievelijk verschillende militaire eenheden en politie (deelproject a), een militaire eenheid gericht op robotica en autonome systemen en een politie-eenheid gericht op drones (deelproject b), en betrokkenen bij theaterstukken door veteranen en overlevers uit uitzendgebieden, terugkeerreizen naar uitzendgebieden en rechtszaken tegen de eigen organisatie of de staat (deelproject c).
Voor het actieonderzoek gericht op (d) contextgerichte interventieontwikkeling zijn bestaande en mogelijke interventies in kaart gebracht, en samenwerkingen opgezet voor de interventieontwikkeling. Hierbij speelden de bevindingen die zijn opgedaan in deelprojecten a, b en c een belangrijke rol, evenals verdere dialoog specifiek gericht op interventies met vakdeskundigen, geestelijk verzorgers, psychologen, gezondheidsprogrammaleiders, beleidsmakers, commandanten en militairen en politiepersoneel met traumagerelateerde problematiek. Het fundamentele uitgangspunt is dat interventies worden ontwikkeld waarmee op contextniveau wordt bijgedragen aan een verantwoordelijke preventieve aanpak van morele verwonding (deelproject d). Dit leidde tot nu toe onder meer tot een trainingsmodule voor morele weerbaarheid bij de politie, grootschalige, structurele monitoring van moral injury door middel van vragenlijsten binnen de krijgsmacht, en de ontwikkeling van een programma bij het Nederlands Veteraneninstituut voor veteranen die de overstap maken naar het burgerleven.
Onze bevindingen hebben we op verschillende fora verspreid, onder meer via wetenschappelijke artikelen, stukken in vakbladen en optredens in nationale media.
- We schreven als eerst een beginpaper met een systematische literatuurstudie en onderzoeksagenda gericht op contextuele factoren in morele verwonding (klik hier).
- Vervolgens brachten we in kaart hoe verschillende gezondheidsprofessionals (zoals psychologen, geestelijk verzorgers en maatschappelijk werkers) momenteel aankijken tegen het begrip ‘moral injury’. We onderzochten waar hun benaderingen onderling afwijken en elkaar – kunnen – aanvullen (klik hier).
- Tegelijkertijd zagen we dat de groeiende populariteit van het begrip ‘moral injury’ ook ongewenste effecten kan hebben, waarbij goedbedoelde initiatieven averechts uitpakken. Daarover schreven we een stuk met een reeks waarschuwingen tegen onder meer de romantisering van morele verwonding (klik hier).
- In een filosofisch georiënteerd hoofdstuk verkenden we relaties tussen ‘moral injury’ en mensbeelden. Hierin beschreven we hoe het verschijnsel van ‘moral injury’ inzichten verschaft in de menselijke aard, geweld en militaire ethiek, op het niveau van de individuele psyche van de militaire, de relatie tussen militair en samenleving, en de samenleving zelf (klik hier).
- In een methodologisch essay reflecteerden we op de morele emoties die onderzoek naar morele verwonding bij onderzoekers zelf kan oproepen. We verkenden daarbij de vraag: Hoe moeten onderzoekers die morele emoties interpreteren en ertussen navigeren? (klik hier).
- We onderzochten hoe en waarom militairen en politiemensen géén ‘moral injury’ oplopen. Dit beschreven we in een artikel waarin we analyseerden hoe respondenten hun beroep zagen en welke copingstrategieën zij geneigd waren te gebruiken bij morele uitdagingen (klik hier).
- We onderzochten de rol van organisatorische factoren, zoals cultuur, beleid in procedures in de morele beleving van geüniformeerd personeel. Zo verkenden we de werkbeleving van medewerkers van de Brigade Vreemdelingenzaken van de Marechaussee, gericht op de vraag: Hoe gaan medewerkers om met werk dat moreel beladen kan zijn, bijvoorbeeld wanneer gezinnen met jonge kinderen worden uitgezet of als er maatschappelijke twijfel of zelfs verzet is tegen uitzettingen? (klik hier).
- We onderzochten de nasleep van incidenten in geüniformeerde organisaties. Uit diepte-interviews met (voormalig) militairen en politiemedewerkers bleek dat dit kan soms uitlopen op een verder beschadigende zoektocht naar erkenning en verbetering. Er kan een complexe dynamiek onstaan tussen de behoefte aan erkenning en steun van de eigen organisatie – gezien als een ‘familie’ – en de beperkingen die voortvloeien uit de bureaucratische aard van diezelfde organisatie. (klik hier).
- We onderzochten de rol van socio-technische factoren in de morele beleving van geüniformeerd personeel. Zo verrichten we etnografisch onderzoek onder een experimentele militaire eenheid die robots, drones en (semi-)autonome voertuigen test voor toekomstige militaire operaties. Militairen op strategisch niveau bleken hoge zingeving te ervaren, terwijl militairen op operationeel niveau soms worstelden met desillusie en zingevingsvraagstukken als: is dit waarvoor ik militair geworden ben? (klik hier).
We verspreiden onze bevindingen ook via:
Uitgebreide interviews in Trouw en NEMO Kennislink: ‘Oorlogstrauma zit niet alleen in je hoofd’
In NEMO Kennislink en Trouw zijn diepte-interviews met projectleider Tine Molendijk verschenen over tekenen van morele verwonding onder Oekraïense burgers en militairen, en Russische militairen.
De oorlog in Oekraïne is een ingewikkeld onderwerp. Maar omgaan met morele verwonding betekent dat we, zonder de oorlog te relativeren oog hebben voor de morele context, die altijd doorspekt is van complexiteit.
Het interview in NEMO Kennislink bevat behalve reflecties op de oorlog in Oekraïne ook een uitgebreide bespreking van morele verwonding in relatie tot posttraumatische stress (PTSS), en de geschiedenis van beide begrippen.
Klik hier voor het kortere interview in Trouw. Klik hier voor het lange verdiepende interview in NEMO Kennislink.
Interview NRC: morele verwondingen in Oekraïne
Hoe is het om als Oekraïense burger ineens een wapen te hebben en iemand te kunnen doden? In het NRC is een stuk verschenen dat ingaat op de morele verwondingen die burgers dan kunnen ontwikkelen.
Twee Nederlanders vertellen over hun eigen ervaringen ermee: Suad Pasalic die in Bosnië zijn familie en land verdedigde, en Frans Babeliowsky die zich tijdens WOII in Nederland bij het gewapend verzet aansloot. Beide mannen ervaren hun handelen nog altijd als gerechtvaardigd, maar het heeft hen ook tot op de dag van vandaag achtervolgd. Het was moreel verwondend, zou gezegd kunnen worden.
Projectleider Tine Molendijk en projectadviseur Jackie June ter Heide leggen uit hoe dit kan. Enerzijds kan meevechten beschermen tegen gevoelens van machteloosheid. Dat geeft het gevoel iets te kunnen dóén. Ook de kameraadschap die ontstaat kan als onvergetelijk mooi worden ervaren. Anderzijds, doden is niet eenvoudig. In WOII misten veel militairen zelfs expres doel. Wie dan toch gericht vuurt: het kan iets met je menselijkheid doen als je van dichtbij een ander mens het leven ontneemt. Vanaf dan weet je wat mensen elkaar aan kunnen doen.
„Al was het niet verkeerd, het blijft iets ergs”, zegt Frans.
Klik hier voor het artikel.